Meer weten?
Het Activiteitenbesluit milieubeheer verplicht bedrijven en instellingen om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren. Dit is de energiebesparingsplicht. Hiermee wil het kabinet Nederland verduurzamen. Per 1 januari 2024 zal naar verwachting de Omgevingswet ingaan. Hierin worden aanpassingen aan de energiebesparingsplicht opgenomen.
De energiebesparingsplicht geldt voor locaties van bedrijven en instellingen die per jaar meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas gebruiken. Het gaat om het verbruik: eigen opgewekte energie via bijvoorbeeld zonnepanelen mogen niet worden afgetrokken om te bepalen of u aan de energiebesparingsplicht moet voldoen.
Bedrijven hebben dus de plicht om alle energiebesparingsmaatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren óf door alle toepasselijke maatregelen van de Erkende Maatregelenlijsten voor energiebesparing (EML) uit te voeren. Die eis geldt ook als de CO2-uitstoot wordt verminderd maar geen energie wordt bespaard. Wordt een maatregel van de EML niet uitgevoerd, dan moet er een alternatieve maatregel uitgevoerd worden die minstens evenveel energie bespaart.
De EML kent drie onderdelen: gebouwen, faciliteiten en processen. Wanneer een categorie voor u relevant is, dient u de maatregelen uit te voeren. Voor de agrarische sector wordt bijvoorbeeld het ventileren van een ruimte, verlichting van een binnenruimte, zonnepanelen en de frequentieregelaar op de vacuümpomp van de melkinstallatie aangegeven. Of de maatregel uitgevoerd dient te worden, hangt af van diverse omstandigheden en is bedrijfsspecifiek.
Voor maatregelen waarvan de terugverdientijd langer is dan vijf jaar, bestaat er geen plicht om deze uit te voeren. Veelal komen deze maatregelen wel in aanmerking voor de energie-investeringsaftrek (EIA).
De informatieplicht over het energieverbruik is gekoppeld aan de energiebesparingsplicht. Wanneer men boven de 50.000 kWh of 25.000m³ zit, moet men naast de energiebesparing dus ook aan de informatieplicht voldoen. De rapportage wordt opgesteld aan de hand van de EML.
Voor agrarische bedrijven zal men dus veelal de informatieplicht en/of de plicht tot energiebesparing hebben. In 2019 is de informatieplicht rondom de energiebesparingsplicht ingegaan, waardoor veel ondernemers uiterlijk 1 december 2023 aan deze verplichting moeten voldoen.
Als u de enige gebruiker bent van het gebouw, bent u ook verantwoordelijk voor de te nemen energiebesparende maatregelen én voor de te leveren informatie hierover. Wanneer u de huurder bent, treedt u over maatregelen met betrekking tot het gebouw in overleg met de eigenaar. De eigenaar van het gebouw is verantwoordelijk voor de maatregelen hierover, tenzij anders contractueel is afgesproken.
Bij een gebouw met meerdere huurders is de eigenaar verantwoordelijk voor de te nemen energiebesparende maatregelen aan het gebouw. De huurders zijn verantwoordelijk voor de maatregelen van het proces.
De omgevingsdiensten houden toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht en de daarbij behorende informatie- en onderzoeksplicht. De omgevingsdienst beoordeelt de door u ingediende rapportage en bij een eventueel bedrijfsbezoek kan gecontroleerd worden of de verplichte maatregelen daadwerkelijk zijn getroffen.
Let op: uiterlijk 1 december 2023 moet aan de rapportage- en informatie plicht zijn voldaan bij de RVO.
Wanneer u investeert in een energiebesparende maatregelen waarop de EIA van toepassing is, komen de rapportagekosten ook voor EIA in aanmerking.